10 manieren om betere foto’s te maken

1. Wordt kieskeuriger

Toen ik net mijn digitale camera had, had ik de neiging om vooral veel foto’s te maken. Het maakte niet uit, het was toch allemaal digitaal. En ik schoot er lustig op los, thuiskomen met ruim 400 foto’s was heel normaal. Ik zocht thuis immers wel uit wat een goede foto was. En daar is op zich niets mis mee, het helpt je om de basis onder de knie te krijgen en je leert je camera echt kennen.

Ik merkte dat er op een gegeven moment iets kwam van rust, niet meer als een malloot aan het schieten, maar kijken, wachten en proberen het moment aan te voelen. Het moment waar ik van wist, dit is een goede foto. Noem het een onderbuikgevoel of wat dat ook. Nu kom ik thuis met minder foto’s maar vaak wel betere foto’s. Foto’s waar ik blij van word, waarvan ik het gevoel krijg dat ze kloppen.

Opdracht: Maak minder foto’s

Besteedt echt aandacht aan alles, je kadering, het licht, de compositie noem maar op. Neem de tijd en probeer eens met 5 betere foto’s thuis te komen i.p.v. 100 mindere foto’s.

Te veel foto's gemaakt

“Look and think before you open the shutter, the heart and mind are the true lens of the camera”

Yousuf Karsh

2. Vergroot je contrast

Er zijn twee soorten contrast

Visueel contrast 
Het verschil tussen kleuren, licht en donker. Het menselijk oog wordt sneller naar iets met veel contrast getrokken dan iets waar weinig contrast in aanwezig is. Je kunt hier gebruik van maken bij je beeld. Het is dus van belang dat je ook het contrast in de gaten houdt, zoek hiernaar als je op pad bent.

Conceptueel contrast 
Hiermee bedoelen we het verschil in je concept, makkelijker gezegd in je verhaal. Je kunt hierbij denken aan:- Jong v.s. Oud, – Nat v.s. Droog, – Boos v.s. Lachen. oem het maar op. Ik denk dat als je hier even voor gaat zitten dat je zelf nog wel meer kunt bedenken. Voel je vrij om hier creatief mee om te gaan.

Hoe werkt dit nu voor mij? Als ik ga kijken naar de foto’s die voor mij veel kracht hebben kom ik inderdaad ook snel uit op foto’s van mezelf en van anderen waar dit soort contrast sterk aanwezig is. Het is leuk om eens door werk van anderen te bladeren en dit op deze manier te bekijken. Erg leerzaam voor me, iedere keer weer opnieuw.

Opdracht: Zoek het contrast

Zet een eierwekker om 10 minuten, ga brainsstormen en zet alles wat in je opkomt kwa contrasten op papier. Ga op pad, zoek deze contrasten en ga ze fotograferen.

contrast

3. Fotografeer hetzelfde met een andere perspectief

Ik kan me nog een keer herinneren dat ik op een evenement stond en daar op een gegeven moment een groepje fotografen aankwam die duidelijk in groepsverband op pad waren. Gedurende de hele avond waren ze op hetzelfde evenement druk in de weer met foto’s maken. We liepen elkaar niet in de weg en waren vooral druk met ieder zijn eigen ding te doen. Toen ik later samen met een collega even van een biertje stond te genieten viel mijn oog weer op deze groep fotografen.

Na hen een tijdje te hebben geobserveerd viel mij op dat deze fotografen alles vanuit een staande positie fotografeerden, met andere woorden alles op ooghoogte. Het verbaasde me enigszins want aan mijn kleding te zien had ik al meer dan eens op de grond gelegen en op mijn knieën gezeten om toch maar een mooie foto te krijgen.

Persoonlijk ben ik van mening dat juist door een ander perspectief te kiezen, liggend op de grond, door de knieën, staande op een stoel, noem het maar op, je foto juist net iets anders geeft. Door eens anders te kijken naar hetzelfde object kun je je kijker (en jezelf) een ander en interessanter beeld laten zien. Inkopper zou je zeggen? Nou doe maar dan.

Opdracht: 20 foto’s van hetzelfde onderwerp

Kies een interessant onderwerp dat je wilt fotograferen en loop er eens omheen. Neem voor de tijd om eens te kijken wat jij interessant vindt. Als je denkt dat je voldoende tijd hebt genomen, maak dan eens 20 foto’s. Niet meer en niet minder. Maak deze foto’s allemaal vanuit een ander standpunt.

Perspectief

“If you are out there shooting, things will happen for you. If you’re not out there, you’ll only hear about it.”

Jay Maisel

4. Creëer diepte in je foto

We kennen natuurlijk allemaal het gebruik van leidende lijnen en visuele kaders om meer diepte te geven aan je foto, maar er zijn ook nog een aantal andere mogelijkheden die ik hier graag met je wil delen;

Gebruik een groothoeklens.
Door gebruik te maken van een groothoeklens zul je zien dat het perspectief van je beeld groter wordt. Een telezoom zal het perspectief eerder in elkaar drukken en daardoor je beeld vlakker maken. Meer perspectief geeft meer diepte. Dus je zou daar eens over na kunnen denken bij de keuze van een lens bij een bepaalde foto.

Schenk eens aandacht aan het perspectief.
Zelfs zonder het gebruik van een groothoeklens loont het zich om je perspectief eens goed in de gaten te houden en daar aandacht aan te schenken. Bekijk het perspectief eens goed en stel je zelf de vraag eens wat het bijdraagt aan je beeld.

Gebruik het licht.
Schilders tijdens de Renaissance wisten het al, licht geeft diepte in je beeld, zonder schaduw geen licht. Licht geeft een extra dimensie aan je beeld en maakt dat je foto meer diepte krijgt. Let eens op hoe licht valt en hoe je daar gebruik van kunt maken.

Opdracht: Perspectief

Onderzoek hoe andere lenzen of brandpuntsafstanden het perspectief beïnvloeden. Maak 10 foto’s en probeer dan eens kritisch te kijken naar de foto’s die je zojuist hebt gemaakt. Bekijk welke foto het aantrekkelijkst is en welke juist niet. En waarom is dat dan zo?

Diepte in je foto

5. Zie en kijk naar licht

Licht is het belangrijkste deel van je foto. Fotografie betekent immers; Schrijven met Licht. Er is licht dat met je mee werkt en er is licht dat tegen je werkt. Het is aan jezelf wat je er mee doet. Het is voor mij belangrijk dat er licht in foto’s zit, licht maakt leven, licht maakt kleur en licht geeft een foto meer dynamiek. Het heeft mij best lang geduurd om licht te zien en het te kunnen gebruiken in mijn foto’s.

En wat is het geheim? Ik ben er achter gekomen dat er geen geheim is. Observeren, kijken, wachten, evalueren en voelen dat zijn de factoren waar het om gaat. Saai? Nooit! De beste lichtshow ter wereld is gratis en voor iedereen beschikbaar. Wil je betere foto’s maken, ga het licht bestuderen.

Opdracht: Zie het licht in je “oude” foto’s

Kies 12 foto’s uit je eerder gemaakte foto’s. Bekijk deze een aantal minuten per foto. Schrijf op waar het licht vandaan komt. Wat doet kleur en kleurtoon in deze foto en wat doet het met jou? Bedenk eens of de foto beter zou kunnen met een ander soort licht en of je deze binnenkort kan maken.

Licht-Kleur-Kleurtoon

6. Balans

Alles draait om balans, in je persoonlijke leven, je werk, maar ook in je foto’s. Maar wat houdt dat nu in, die balans. Balans is de samenhang tussen de verschillende beeldelementen in een foto. In een zijn er altijd beeldelementen die meer aandacht trekken dan andere beeldelementen. Ze voelen visueel zwaarder aan, ze hebben zogezegd meer visuele massa.

Wat de een als balans of evenwicht ervaart in een foto, is voor een ander onbalans of onevenwichtig. Een vaste regel is er niet en dat maakt balans zo moeilijk te beoordelen.

Een ander aspect van ‘balans’ is de verdeling van de zogenaamde ‘negatieve’ en ‘positieve’ ruimte in een foto. Met de positieve ruimte bedoelt een fotograaf het onderwerp waar de aandacht op moet vallen. De negatieve ruimte is dan de ruimte eromheen.

Opdracht: Positief versus Negatief

Maak een foto waarin je laat zien dat deze in balans is. Je gaat overduidelijk gebruik maken van de positieve en negatieve ruimte in je kader.

Hoe creëer je balans in je foto? Negatieve en positieve ruimte

7. Blijf in het moment en heb geduld

Dat zul je inmiddels wel vaker gehoord hebben. Maar wat bedoelen we hier nu eigenlijk mee. Op de eerste plaats is dit redelijk subjectief want dit is een heel persoonlijk iets. Wat jouw moment is hoeft het mijne niet te zijn. De mensen die bij ons een workshop hebben gevolgd hebben ons verhaal over het fotograferen van de waarheid vast wel gehoord. Dit is de manier hoe ik er tegen aan kijk. Is alles al gedaan, ja, maar ieder moment is anders. Maar hoe kun je nu bepalen wat het goede moment is?

Ik denk dat sportfotografie hier een goed voorbeeld van is. Een goede sportfotograaf kent zijn sport en weet daardoor wat het beslissende moment kan worden. Hierdoor is hij goed in staat om geduldig dat moment af te wachten. Natuurlijk zit er een geluksfactor bij, maar geduld helpt vaak veel.

Opdracht: Het beslissende moment

Dit is een oefening in het herkennen van het juiste moment. Ga met je camera op pad en zet ’em op continue opname. Zoek een plek op waar iets gebeurt, park, plein in de stad en start met foto’s te maken. Maak reeksen van 3 of 5 foto’s iedere keer dat je denkt

Het juiste moment

“le moment décisif”

Henri Cartier-Bresson

8. Kies de juiste belichting

Vroeger was het vooral heel belangrijk dat je foto’s goed belicht waren. En er zijn nog zijn nog steeds hele volksstammen bezig om hun foto’s goed belicht te krijgen. Maar wat is nu eigenlijk helemaal een goede belichting?

Als je de belichtingsmeter in camera volgt is de foto technisch goed belicht, maar is dat ook het beeld wat jij zoekt? Het gaat mij vooral om het beeld. Het eind resultaat wat ik zelf gaaf vind. Om er voor te zorgen dat ik een goede belichting heb maak ik meeste van mijn foto’s op de diafragmavoorkeuze- stand of in manuele stand. Dit omdat ik diafragma (lees scherptediepte) meestal het belangrijkste vindt om mijn gewenste resultaat te krijgen.

Je kan natuurlijk ook kiezen om altijd maar in de M-stand te fotograferen maar je zal merken dat je dan vaak onnodig te veel met je instellingen bezig bent. Als ik op de diafragmavoorkeuze-stand fotografeer merk ik dat ik meer oog heb voor het beeld dat ik graag wil maken. Daarnaast gebruik ik zo af en toe ook de sluitertijdvoorkeuze, maar dit doe ik veelal in situaties waarbij snelheid een rol speelt zoals bijvoorbeeld bij panning.

De juiste belichting is belangrijk maar ook weer niet zo belangrijk. Je kiest je instellingen en de daarbij behorende belichting om jouw gewenste foto te krijgen. Als dat dan technisch niet 100% juist belicht is maak ik me daar geen zorgen om. Het eindresultaat waar ik tevreden mee ben telt.

Opdracht: ontdek je plek

Iedereen heeft wel een plek waar hij of zij graag komt om te fotograferen. Ga naar jouw plekje en neem je camera mee. Probeer eens creatief om te gaan met je diafragma en je sluitertijd. Maak bijvoorbeeld 15 foto’s op de diafragmavoorkeuze stand. Begin met een lage f-waarde en eindig op de hoogste (let daarbij wel op het licht dat je ter beschikking hebt) Kijk even niet naar de belichting maar kijk gewoon eens naar wat voor een foto’s er uit komen. Doe hetzelfde met de sluitertijdvoorkeurze stand.

Lange sluitertijd

“You are an aperture through which the universe is looking at and exploring itself.”

Alan Watts

9. Kies de juiste lens

Wat is de juiste lens? Wat is de juiste zoom-lens? Wat is het juiste brandpuntsafstand? Dit is eigenlijk wel een vraag die een mooi glas wijn en een haardvuur verdient. Daar zouden we uren over kunnen filisoferen maar dat gaat waarschijnlijk langer duren dan ons glas wijn en het vuur zal eerder gedooft zijn.

De beste lens voor jou is waarschijnlijk niet perse de beste lens voor mij. Het is afhankelijk van wat je graag wilt fotograferen en wat je er aan uit wilt en kan geven. Daarnaast spelen technische issues ook nog mee. Met een 70-300mm lens kan je in kleine ruimte niet of nauwelijk fotograferen bijvoorbeeld.

De meeste mensen die bij ons een fotografiecursus volgen weten nog helemaal niet welke lens ze graag willen of bij hun past. Daarom is het belangrijk dat je eerst gaat experimenteren met de lens of lenzen die je hebt.

Opdracht: Zoom in, Zoom uit.

Als je een lens hebt waarmee je in en uit kan zoomen dan zet je deze op je camera mocht dat niet al het geval zijn. Kies een onderwerp dat je wilt fotograferen en fotografeer je onderwerp op verschillende brandpuntsafstanden. (zoom in, zoom uit en iets wat er tussenin zit) Je doet dit op dezelfde afstand. Met andere woorden je blijft staan waar je staat. Ontdek wat het met je beeld doet en wat je mooier of beter vindt.

Inzoomen en uitzoomen

10. Plaats een goede voorgrond tegen een goede achtergrond

Nu zul je denken, dat is toch logisch. Ja klopt helemaal, maar ik betrap mezelf er nog steeds op dat ik hier toch nog geregeld de fout mee inga. Te gehaast, even snel en ik kan wel 300 redenen verzinnen waarom het gebeurt. “Neem de tijd” is dan ook het advies wat ik iedere keer tijdens workshops en cursussen geef.

Neem de tijd om eens rond te kijken, je interessantste punt te zoeken, je hoek te bepalen. Weet dat de voorgrond net zo belangrijk is als de achtergrond. Dus zorg dat er een mooie balans tussen deze twee. Werk met de juiste scherptediepte en als je een zoomlens gebruikt kijk eens wat het effect is van helemaal in- en uitzoomen. Voel je vrij om hiermee te spelen.

Opdracht: Van achter naar voren

Daag jezelf eens uit, ga eens op zoek naar een mooie achtergrond en ga lekker aan de slag. Zoek daarna een onderwerp wat je in de voorgrond kunt plaatsen. Is de achtergrond niet het je van het, kijk eens of je er toch iets van kunt maken, ga net zo lang op zoek tot het wel in je voordeel werkt.

Voorgrond en achtergrond in de fotografie

Andere blogs

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *