Een nieuwe editie van de rubriek 'Fotografen goed belicht'. Dit keer sprak ik sportfotograaf Huub Keulers. Hij heeft zich toegelegd op het fotograferen van sport en hoewel hij zich divers inzet, houdt hij zich het meest bezig met atletiek. Huub vertelt over zijn werk, waarbij beweging en timing een belangrijke rol spelen.

Huub komt uit het Limburgse Elsloo en heeft een achtergrond in de digitale communicatie en educatie. In 2008 heeft hij besloten het roer om te gooien en aan de slag te gaan als freelancefotograaf. Behalve sportfotografie, houdt hij zich ook bezig met portretfotografie en het verzorgen van fotocursussen en -workshops. Samen met zijn vrouw runt hij dit bedrijf. Vorig jaar heeft hij samen met Marcel van der Looij het boek Focus op Sportfotografie uitgegeven, wat verderop in dit artikel ook nog te winnen is!
Waarom heb je gekozen voor sportfotografie?
“Sinds ik kennis gemaakt heb met sportfotografie, zijn andere genres wat saaier geworden voor mij. Dat bedoel ik absoluut niet verkeerd, maar sport heeft zoveel facetten die samenkomen, dat is echt mijn ding geworden.
In de sportfotografie krijg je te maken met actie, emotie, verhaal en mooie contacten. De manier waarop sporters en hun familie en vrienden, maar ook sportvrijwilligers, met elkaar omgaan is heel mooi om te zien. Zelfs op hoog niveau gunnen sporters elkaar veel en zie je vriendschappen ontstaan. Dat zorgt ervoor dat je ook de mooie en minder mooie verhalen achter de sport kunt laten zien.
Sportfotografie is tijdrovend, omdat het vaak een goede voorbereiding nodig heeft. Op grote evenementen ben ik vaak al enkele uren voor aanvang aanwezig, onder andere om goede standpunten te kiezen en om mijn plek in de perskamer in te richten mocht die er zijn. Zo bedenk ik vooraf waar de mooie actie zal gaan gebeuren en probeer ik daar een goede achtergrond bij te krijgen. Verder vermijd ik juist de plekken waar de andere fotografen staan, om toch met uniekere beelden thuis te komen.”
Hoe ben je erin gerold?
“In 2010 maakte ik mijn eerste sportfoto’s. Op dat moment was ik nog vrij breed bezig binnen de fotografie en ik wilde wel eens wat anders. Ik was echt nog zoekende om mijn specialisatie te vinden. Samen met een vriend ging ik naar het autocircuit in Zolder en dat vond ik ontzettend gaaf. Menig mannenhart gaat sneller kloppen van al die snelle auto’s en zo ook dat van mij.
Vanaf dat moment was sportfotografie mijn passie geworden. Ik ben gaan kijken hoe ik meer sport kon gaan fotograferen en ook op een hoger niveau. Zo ben ik lid geworden van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ) en de Nederlandse Sport Pers (NSP). Hierdoor heb ik mijn netwerk en kennis kunnen vergroten waar uiteindelijk ook meer opdrachten uit gegenereerd konden worden. Zonder beroepsvereniging krijg je ook geen officiële perskaart, die heb je namelijk wel vaak nodig, vooral voor de belangrijkere sportwedstrijden. Een gedeelte van mijn foto’s lever ik aan persbureaus. Daar probeer ik nu een gedeelte van mijn inkomsten uit te genereren.”
Kun je gemakkelijk geld verdienen met sportfotografie?
“Helaas niet. Gemiddeld betalen media tussen de 5 en 75 euro per gepubliceerde foto. Zelfs voor de bekende nieuwswebsites is dit vaak maar 5 euro per foto. En bij kranten ligt er vaak rond de 35 euro.
Je kunt ook een rechtstreekse opdracht krijgen, bijvoorbeeld omdat er beeld nodig is bij een verhaal. Dan verdient het iets beter, maar is absoluut geen vetpot. Van alleen het fotograferen kun je dus bijna niet rondkomen. Het is niet voor niets dat de meeste (sport)fotografen een deeltijd- of hoofdbaan naast het fotograferen erbij hebben. Je bent vaak al uren op een evenement aanwezig en dan hebben we het nog niet eens over de tijd die je nodig hebt om alle foto’s te selecteren en te bewerken. Vaak moeten, tijdens of direct na een sportevenement, al enkele beelden aan het persbureau verzonden worden.
Veel mensen realiseren zich niet dat je er financieel weinig voor terug krijgt. Maar ik vind het geweldig om te doen, ik kom op interessante sportevenementen en er zijn mooie vriendschappen uit ontstaan. Dat maakt het voor mij zeker de moeite waard.”
Heb je een opleiding of cursussen gevolgd?
“Ik heb geen fotovakschool gedaan, maar in de begintijd heb ik, met name voor portretfotografie wel wat workshops gevolgd. Een daarvan was een 2-daagse 2 op 1 workshop bij Frank Doorhof met mijn voormalige zakenpartner. Daarna ben ik vooral zelf aan de slag gegaan. Ik ben iemand die veel leest, video’s bekijkt maar vooral ook dingen uitprobeert. Dan kom je er zelf achter wat wel of niet voor je werkt.”
Kun je een voorbeeld geven van iets dat je hebt geleerd met vallen en opstaan?
“In de begintijd zei ik ‘ja’ op elke opdracht die we kregen. Zelfs dingen die we nog nooit gedaan hadden, nam ik aan. Dan ging ik me er gewoon in verdiepen. Mijn toenmalige zakenpartner werd daar soms wat zenuwachtig van.
Zo kregen we een keer een aanvraag voor productfotografie. We hadden een studio en een tabletop-tafel, maar totaal geen ervaring. Het ging om een schilderij voor een kunstcatalogus. En ik heb werkelijk nog nooit zoiets moeilijks gefotografeerd als dat schilderij, hoe vreemd het ook klinkt. Het is gelukt, maar het was heftig. De tijd die we daarin gestoken hebben, heeft zich niet terugbetaald. Dat is niet erg, maar het leerde me wel dat ik niet zomaar overal ja op moet zeggen.
Wat er dan zo moeilijk aan was? De kleuren mochten absoluut niet afwijken, er mocht totaal geen vertekening in het beeld optreden. Het was best een groot schilderij en er mocht ook geen spatje slagschaduw zijn van de lijst. Een behoorlijke uitdaging dus.
Een ander mooi voorbeeld van een goed leerproces was dat ik mijn portfolio opgestuurd heb naar een bekende Amerikaanse sportfotograaf; Peter Read Miller. Ik was nog niet zo lang bezig met sportfotografie en ik wilde gewoon polsen waar ik stond. Ik kreeg een audiobestand terug van 45 minuten met feedback van hem. Dat heeft me echt de ogen doen openen.
Hij vertelde me dat mijn foto’s technisch in orde waren, maar dat hij de emotie nog miste. Dat advies heb ik me in mijn oren geknoopt. Vanaf dat moment zijn mijn foto’s met sprongen vooruitgegaan. Ik ben veel meer op de gezichten en lichaamstaal gaan letten.
Ik stopte niet meer met fotograferen als de sporters de finish gepasseerd was, maar lette ook op de emoties van het publiek en de verhalen er omheen. Sportfoto’s zijn veel meer dan alleen actiefoto’s. Later heb ik nog eens contact met Peter gehad en toen kreeg ik een prachtig compliment van hem. Hij was zelfs jaloers op enkele foto’s die ik gemaakt had. Nou, in mijn ogen kun je geen groter compliment krijgen.”
Doe je je best om jezelf van andere sportfotografen te onderscheiden? En zo ja: hoe dan?
“Ja, dat probeer ik wel. Ik ben gaan werken aan een eigen stijl. Op een gegeven moment heb ik zo’n vijftien foto’s van mezelf naast elkaar gelegd en ben ik gaan zoeken naar gemeenschappelijke factoren. Ik zag terug dat ik probeerde gestileerde foto’s te maken; eigenlijk sportportretten.
Ik probeer de sporter te isoleren door een achtergrond te kiezen die niet afleidt. Ook probeer ik soms de beweging te laten zien in mijn foto’s. Standpunt vind ik ook heel erg belangrijk. Een plek waar al vijf andere fotografen staan, vermijd ik. Ik probeer een foto te maken met meerwaarde, die origineel is. Bijvoorbeeld door op details te letten of een logo van het evenement of sponsor in beeld mee te nemen. Zo weet de kijker ook waar de foto gemaakt is.”
Welke ingrediënten maken een goede sportfoto?
“Sport gaat om mensen. Het is dus belangrijk om gezichten herkenbaar te fotograferen waar ook de ogen scherp en zichtbaar zijn. In die zin zie ik mijn sportfoto’s dus als portretten. De compositie vind ik ook belangrijk. Het is afhankelijk van de situatie of je je beelden kunt componeren.
Als voorbeeld: Als ik publiek in mijn foto wil meenemen tijdens de 100 meter sprint kies ik bewust voor een baan in de buurt van het publiek. Of als ik hoogspringers fotografeer analyseer ik eerst een aantal sprongen. Van welke kant start de atleet de aanloop en aan welke kant springt hij over de lat. Alles met de bedoeling om tijdens de sprong de atleet in het gezicht te kunnen kijken.
Tot slot vind ik het belangrijk dat je dynamiek laat zien. Je moet spelen met sluitertijd zodat je de beweging kunt vastleggen. Neem nou de autosport; het is totaal niet interessant als de auto’s stil lijken te staan. Juist de beweging in de banden maken de foto. Het tonen van beweging is eigenlijk ook uit noodzaak is geboren, want bij veel binnensporten heb je gewoon heel slecht licht. Dus moet je die sluitertijd wel langer maken om acceptabel in je ISO te blijven.”
Wat betekent sportfotografie voor je?
“Het is heus niet mijn hele leven ofzo, maar binnen de fotografie steek ik hier de meeste tijd in en haal ik hier het meeste plezier uit. Het heeft zeker wel impact op me. Ik ben er in de weekenden best veel mee bezig, omdat veel sportevenementen nu eenmaal niet doordeweeks plaatsvinden. En vaak moet ik er ook wat verder voor reizen; hoewel ik meestal wel binnen de Benelux en Duitsland blijf.”
Je hebt vorig jaar een boek uitgebracht over sportfotografie. Met welk doel schreef je dat?
“Ik heb het samen met collega fotograaf Marcel van der Looij gemaakt en ons doel was om een educatief sportfotografieboek te schrijven. We hebben voor vijftig verschillende sporten uitleg gegeven over hoe wij het zouden doen. Van apparatuur, instellingen, aanvragen persaccreditaties tot aan nabewerking in Lightroom.
We hebben het niet gemaakt om er rijk van te worden, maar het was echt een bucketlist dingetje. Verder hebben we dit gemaakt, omdat we onze kennis graag willen delen. De doelgroep is breed. Van hobbyfotografen die langs de lijn staan bij hun zoon of dochter tot semiprofessionele fotografen. Het was heel leuk om van fotografen terug te horen dat ons boek hen geholpen heeft. Dingen die voorheen niet lukten, lukten wel met de uitleg van onze manier. Dat is mooi om te horen!”
Welke gear is onmisbaar in sportfotografie?
“Sportfotografie is een tak van fotografie waarin de apparatuur wel doorslaggevend is. Natuurlijk blijft het zo dat de persoon achter de camera de foto maakt. Maar als je een camera hebt die 4 frames per seconde schiet en bij 1600 ISO al behoorlijk wat ruis begint te vertonen, dan zijn veel beelden gewoon al niet te maken, binnen de sportfotografie.
Je moet gebruik maken van de mogelijkheden die je camera heeft, en met 14 frames per seconde is de kans gewoon veel groter dat je een sprinter kunt fotograferen die met twee voeten boven de grond lijkt te zweven en dan ook nog scherp is in het gezicht. Wat dus echt belangrijk is binnen de sportfotografie is een snelle camera met een effectieve autofocus en lichtsterke lenzen (F/2.8).
Zelf werk ik met een 1DX van Canon en gebruik ik vaak de lenzen 24-70mm, 70-200mm en een vast brandpunt van 300. Soms heb ik het geluk dat ik een 400mm F/2.8 mag lenen van een online winkel of ik huur deze. €13.000 is me een beetje te gortig om deze lens zelf aan te schaffen. ”
Welke toekomstplannen heb je nog binnen de fotografie?
“Een droom van mij is om te kunnen fotograferen op de Olympische Spelen van 2020 in Tokyo en Formule 1. Of het haalbaar is weet ik niet, maar ik ga het zeker proberen. Bucket-list dingetje!
Verder merk ik dat de markt heel vluchtig is. De foto’s die je vandaag maakt, zijn morgen alweer vergeten. De media stellen snelheid steeds vaker boven kwaliteit en daarom ben ik met een andere fotograaf bezig om te kijken of we een formule kunnen creëren waarbij kwaliteitsfoto’s en verhalen gewaardeerd en gebruikt worden. Als dat ook nog eens op een fair trade manier voor de fotografen kan, zijn wij blij. Ik kan er nog niet te veel over kwijt, maar het zal gaan om publicatie van deze foto’s, op een manier dat ze niet direct vergeten raken.
Welke fotografen inspireren jou?
“Dat zijn met name: Mark Pain, Bob Martin, Pim Ras en Peter van Egmond (Formule 1). Van die fotografen kan ik zeker nog wat leren!
Wil je meer lezen over Huub Keulers, kijk dan eens op zijn website https://www.huubkeulers.nl. Het is ook mogelijk om een workshop te volgen bij Huub. Lezen en inspiratie opdoen over sportfotografie kan in zijn boek Focus op Sportfotografie dat is uitgegeven bij Van Duuren Media.
Fotoclub mag één exemplaar van dit boek weggeven! Laat in een reactie onder dit bericht weten waarom jij met sportfotografie aan de slag wilt gaan of bent gegaan en waar dit boek jou bij zou kunnen helpen en wie weet krijg jij het boek binnenkort toegestuurd.
De winnaar het boek is Joëlle Verbeeck. Deze prijsvraag / verlotings is dus niet meer actief
3 tips van Huub Keulers voor spannendere sportfoto’s
1. Start bij de plaatselijke club
“Ga eens praten met het bestuur van een lokale sportclub en vraag en je wat foto’s mag maken tijdens de wedstrijden. Daar zijn legio mogelijkheden om te oefenen. Mijn advies is om klein te beginnen en niet direct bij de grote evenementen te willen zijn. Bij de lokale club heb je de ruimte en geen accreditatie nodig. Maak de club blij door ze nadien enkele foto’s te geven. Wie weet word je wel hun clubfotograaf.”
2. Ken je apparatuur (en zijn beperkingen)
“Weet wat er mogelijk is en wat er niet lukt met jouw camera. Als je weet dat je een camera hebt die niet zo snel is en ook geen goede prestaties heeft bij hoge ISO’s dan kun je ook geen perfecte foto’s verwachten vooral niet bij binnensporten. Wil je serieus aan de slag met sportfotografie spaar dan door voor geschikte apparatuur of kijk voor een occasion camera of lens.”
3. Kies je standpunt zorgvuldig
“Kijk vooraf goed naar een mooie plek om foto’s te gaan maken. Waar verwacht je de actie? Heb vervolgens geduld. En doe eens verrassend. Neem een hoog of juist een laag standpunt. Bij lage standpunten krijg je vaak veel meer dynamiek in je foto’s."
Lees ook het artikel: Tips voor betere binnensportfoto's
Ik zou heel graag het boek willen winnen! Ik fotografeer elke week de volleybalwedstrijden bij Volley zuid in Rotterdam maar kan nog zoveel leren. Daar kan dit boek me vast bij helpen!