Boekrecensie: William Rutten – Picstory Extended Edition

Picstory Extended Edition begint met het verhaal van de jonge Rutten die kort na het verlies van zijn vader een bijzondere kans krijgt op het gebied van fotografie. Hij mag twee jaar mee toeren met Het Goede Doel. Rutten maakte een collage bestaande uit foto’s van die twee jaar en als verrassing gebruikte de band deze collage als cover van hun nieuwe LP. Daarmee kreeg de carrière van Rutten een flinke boost. Al op zijn zeventiende kon hij aan de gang bij muziekblad Hitkrant als huisfotograaf. In die functie en ook in de jaren daarna ontmoette Rutten vele wereldsterren. Hij fotografeerde concerten en verwelkomde de sterren ook in zijn studio. Op beide plekken maakte hij heel wat iconische foto’s. En hij beleefde de meest opmerkelijke avonturen, zo blijkt uit de verhalen achter deze foto’s.


Concertfotografie en portretten

Fotograaf William Rutten begon als tiener met fotografie. Al snel belandde hij in de entertainmentindustrie waar hij menig (muziek)ster fotografeerde. Wat begon met concerten, groeide al snel uit naar portretten en bandfoto’s die op posterformaat in de Hitkrant verschenen. Nog altijd is hij een belangrijk fotograaf. Hij is bij het grote publiek daarnaast ook bekend als jurylid in Het Perfecte Plaatje. In Picstory Extended Edition heeft hij een aantal van de foto’s gebundeld, die hij in de afgelopen dertig jaren maakte. Maar wat het boek bijzonder maakt, is dat ook het verhaal achter de foto wordt verteld.

In het hoofdstuk concertfotografie blijkt al snel dat wereldsterren niet de meest gemakkelijke ‘klanten’ voor de lens zijn. Zo beschrijft Rutten dat hij qua muziek enorm fan is van The Beatles, maar dat zij niet zo’n fan zijn van fotografen. “Altijd ver weg en Paul geeft je ook niet echt de kans om iets bijzonders te maken tijdens de eerste twee nummertjes die je mag schieten”, zo beschrijft hij. “Bij The Rolling Stones is dat heel anders.” Beter geregeld voor de fotograaf. Een bizarre ervaring die Rutten beschrijft was bij het concert van James Brown in 1988 in de Rijnhal in Arnhem. Rutten mocht de eerste dertig minuten van de show fotograferen. Wat hij toen nog niet wist, was dat er 27 minuten muzikaal intro zou zijn met alleen de band, zonder James Brown. Uiteindelijk kwam hij op, maar na een paar onverstaanbare kreten moesten de fotografen alweer vertrekken.

‘Picstory’ geeft in het eerste hoofdstuk een mooi beeld achter de schermen van een concertfotograaf. De rare eisen en regels waar een fotograaf mee te maken krijgt, de moeilijke omstandigheden van donkerte en onvoorspelbaar licht. Niet wetende wat er gaat gebeuren en daar toch op in moeten spelen. Het laat ook zien wat een lef Rutten heeft gehad in de beginjaren. Zoals het concert van Frank Sinatra in 1991 waar hij niet op de toegewezen plek achterin de zaal bleef staan, maar op een onbewaakt moment naar voren sprintte. Het resulteerde in een uitzetting door de security, maar wel een heel bijzondere foto. Dat moet je ook maar kunnen onder zulke stress. Rutten beschrijft dat het tegenwoordig heel normaal is dat fotografen achterin te zaal staan. Waar vroeger geen grotere zoomlens dan de 300mm in zijn tas zat, is een 600mm nu bijna de standaard.


Avontuur

Maar de portretshoots met de sterren zorgen niet voor minder avontuur. Dat blijkt al snel uit het pagina’s lange artikel over Herman Brood en een shoot in een bordeel, een anti-kerstshoot inclusief kettingzaag en een spontane inzamelingsactie om de rekening in de kroeg te kunnen betalen. De ijdelheid en zelfs onzekerheid van binnen- en buitenlandse sterren komt aan bod. Er is zelfs een verhaal met een gefingeerde naam van een Nederlandse actrice met wie de shoot zo’n twaalf uur is uitgelopen vanwege haar onzekerheid. Of die dag dat Rutten Johnny Knoxville moest fotograferen en al zijn apparatuur uit de auto werd gestolen vlak voor de shoot. Het werd uiteindelijk het moment waarop hij de gevreesde stap zette van analoog naar digitaal.

Fotograaf zijn is een bijzonder beroep; wat je ook fotografeert. Maar uit Picstory blijkt wel dat fotografie in de entertainmentindustrie echt een verhaal apart is. Je kunt je moeilijk voorstellen wat zo’n man als William Rutten in zijn carrière allemaal heeft meegemaakt met mensen tegen wie enorm wordt opgekeken. Leuk om op deze manier een bijzonder kijkje achter de schermen te krijgen.

De beelden in het boek zijn stuk voor stuk geweldig. Zowel de concertfoto’s als de portretten. De creativiteit wordt getoond, de belichting is prachtig, mooie kleuren, geweldige scherpte, een bijzondere sfeer. Maar wat ik bovenal erg opvallend vind is dat de platen in niets op elkaar lijken. Ondanks dat Rutten veel werkt in zijn studio, is hij zeker niet elke keer hetzelfde trucje aan het uitvoeren. Want ieder portret is weer anders en uniek.

‘Er zijn geen regels en wetten’

Inspiratie genoeg dus in het boek. De beelden alleen al prikkelen je creatieve fotobrein, de prachtige portretten geven je weer creativiteit en ideeën mee om zelf aan de slag te gaan. Maar Rutten geeft zo nu en dan ook een mooi advies mee. Zoals bij de foto van Beau van Erven Dorens waarin hij naar het kader van de foto kijkt, in plaats van dat hij de kijkruimte krijgt. Rutten zegt dat hij er veel vragen over gehad heeft. Zijn reactie: “Lieve fotograaf, er zijn geen regels en wetten, knoop dat nou eens goed in je oren. Durf anders te zijn tussen al die miljoenen fotografen. Laat niemand je vertellen hoe jij je werk moet maken, want het is jouw werk.” Een mooie boodschap om dit artikel mee af te sluiten.


Andere blogs

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *